Column's van Ton
Winkelen of shoppen
- Gegevens
- Geschreven door: Ton
Wat is dat toch met dat winkelen? Ik vroeg het me af toen ik werd aangereden door iemand met een winkelwagentje. Nog wel eentje van de verkeerde winkel. Het snelle ‘sorry’ was me te goedkoop en voorkwam ook de ergernis niet. In de supermarkt kletsen en tijd zat hebben maar na de kassa rammen en dom doen. Welke auto heeft geen schade van winkelwagentjes en/of boodschappentassen? Op de markt wordt je bijkans omver gelopen; dringen om maar niets te missen van de aangeboden koopjes. En met de kerstinkopen doen wordt het alleen maar erger.
In de winkels ervaar je regelmatig de onzin die ze verkooppraatje noemen zoals de onvermijdelijke clichés: ‘ Deze schoen staat mooi onder de broek’ of ‘de trui past goed bij je teint’ of ‘dít horloge staat sportief op de pols’. En dan gaat het maar om een horloge. De slijter maakt het helemaal erg zoals bij de keuze van een simpele wijn: ‘Mooi zoet met een volle neus, zachte tong en een feest voor de huig’. Daar krijg je toch het koude zweet van op je voorhoofd. Het kan soms nog vreemder: winkelpersoneel dat je aanspreekt in het Engels! Uitverkoop en aanbiedingen noemen ze ‘sale’ en ik heb ook al ‘price down’ gezien. Waar is de eigen identiteit oftewel wanneer verdwijnt de na-aperij? Zijn die Engelse termen echt zo verkoopbevorderend? Volgens mij komt het aan op sfeer en kwaliteit.
Natuurlijk is bovenstaande wat dik aangezet maar zo ervaar ik toch al te vaak het winkelen. Nee, dan het internetshoppen, want op internet ‘winkel’ je niet. Geen geleuter, rustig op de bank uitzoeken en als het niet goed is meestal gratis terug sturen. Met bovenstaande onzinnigheden is het internetshoppen wel een uitkomst en daar vlucht je dan naartoe. Dan moeten winkelbedrijven maar beter hun best doen. En dat doen ze niet gezien de vele leegstand. Het wordt alsmaar flink druk en drukker op het wereld wijde web met de feestdagen. Vind ík niet gek.
Roddels
- Gegevens
- Geschreven door: Ton
Een goede roddel is nooit weg. Iedereen weet dat je niet mag roddelen maar wat niet mag is het fijnste en dus doet iedereen het. Roddelen schuurt tegen liegen aan; ofwel de waarheid wordt opgerekt of er wordt wat bij verzonnen om het verhaal smeuïger, interessanter of gewichtiger te maken. Een goeie roddel is nooit weg, het drijft op de conversatie.
Laatst hoorde ik een roddel dat een buurman door een dakraam was gevallen en de vrouw des huizes zwanger was geraakt. Behoorlijk suggestief natuurlijk en voer voor de borreltafel. De sensatie lag op de loer. Die iemand was een dakdekker die door een Velux dakraam gluurde en de buurvrouw zag… Hij hield zich stil en trok zich terug. Evengoed knoopte hij een gesprek aan met de vouw en sprong er een vonk over. Dagen later stapte de dakdekker mis en viel door het Velux raam. De dakdekker vertrok weer toen hij klaar met zijn werk was en de buurvrouw werd zwanger. Een en ander had uiteindelijk niets met elkaar te maken.
Zo’n verhaal begint onschuldig maar doordat het vaker vertelt wordt gaan verzinsels aan de haal met de waarheid. De emotie veranderd van aanhoren tot opgewonden raken. Een roddel is als een goede of een slecht mop en alleen de echte verhalenvertellers kunnen er iets mee. De anderen maken van een verhaal een platte babbel.
Gries
- Gegevens
- Geschreven door: Ton
Gries.
Op zo’n bankje langs de dijk waren wij beland. Zo’n bankje van verweerd hout dat er tegen moet kunnen in weer en wind. Rechts achter ons de fruitbomen en de contouren van Weurt en links achter ons de kolk, vredig kabbelend. Voor ons het Grindgat met aan de waterkant een kudde paarden en de schoorsteen van de oude steenoven boven de bomen uit. Laaghangende lichte en donkere wolken om ons heen, een bleek zonnetje. Vertrouwde omgeving hier. Melancholie overviel mij.
Zeven en vijftig jaar geleden kwam ik hier voor het eerst, vijftig jaar geleden alweer! Waar bleef de tijd? Op sommige momenten in mijn leven dacht ik dat de tijd helemaal niet opschoot, dat het tergend langzaam ging. Het grijs uitgeslagen bankje was ook al een teken des tijds. ‘Gries’ zeggen ze hier en in het oostelijke deel van Nederland. Klinkt ook zachtmoediger en liever dan het hardere grijs. Net als dat oudje warmer klinkt dan ‘ouwe’. Er zijn liedjes over geschreven. ‘Gries’ dus, hoort bij op leeftijd zijn. Waar is de tijd gebleven. Altijd maar druk-druk-druk met gezin, werk en een heleboel andere dingen. Maar vooral met voor en tegenspoed. Tegenspoed zie ik teveel om me heen de laatste jaren, helaas, en dat heeft mogelijk ook met ‘gries’ te maken. Je wereldje wordt uitgedund en als je maar lang genoeg ‘gries’ blijft ben je nog alleen over. Alle aardige mensen vertrekken altijd te snel...
De aardige kerkklok laat ook maar weer eens van zich horen. Als een waarschuwing? Je denkt een paar versnellingen langzamer te gaan leven na je pensioen, maar de tijd gaat ook nu nog steeds razend snel. ‘Gries’ gaat snel! Ze zeggen dat wij pensionados nog maar wat rondlummelen, alleen nog maar leuke dingen doen, maar als we het nu niet doen is de kans daarop misschien snel verkeken. Kom, we gaan weer verder, er komen een paar mensen aan die misschien ook even op dit verweerde bankje willen mijmeren, mensen die ook al mooi ‘gries’ zijn. En ‘gries’ moet je wel blijven koesteren.